
Om uit te zenden via DAB+ is voor de lokale omroepen, zowel de publieke als de commerciële, de zogenaamde laag 6 ingericht. Het Agentschap Telecom (AT) heeft een tijdlijn vastgesteld van wanneer de frequenties in laag 6 worden vrijgegeven. Helaas duurt het nog tot 2022 voordat er een definitieve regeling is voor lokale omroepen. Vooruitlopend daarop is er op aandringen van de NLPO wel een tijdelijke regeling die gebruik van DAB+ (tot 2022) mogelijk maakt voor een deel van de lokale (streek)omroepen.
Gedurende de tijdelijke regeling zal door Agentschap Telecom, in onderlinge afstemming met NLPO, verder gewerkt worden aan de definitieve invulling. Daarvoor zal door AT ook nog de nodige internationale coördinatie moeten worden verricht. Zo moeten er afspraken worden gemaakt met de ons omringende landen (zoals Duitsland, België en Engeland) over de verdeling van frequenties om interferentie te voorkomen. Dat proces duurt volgens de planning van AT tot begin 2022, waarna de definitieve uitrol van alle frequenties in laag 6 begint. Voor de uitgifte daarvan zal door het ministerie van EZK nog een geheel nieuwe regeling ontwikkeld gaan worden.
De beschikbare allotments en aanvraaginformatie voor de tijdelijke vergunningen vind je op de website van Agentschap Telecom: www.agentschaptelecom.nl.
Lees meer
Er zijn twee modelovereenkomsten voor DAB+ samenwerking:
model DAB+overeenkomst projectleider
* Dit model gaat uit van een projectleider die de samenwerking implementeert.
modelDAB+overeenkomst consensus
* Dit model gaat uit van een consensus model met een meer gemeenschappelijke aanpak van de implementatie.
In het verleden was voor de lokale omroep alleen frequentiecapaciteit gereserveerd in de L-Band voor DAB. In deze frequentieband waren echter nauwelijks DAB-ontvangers te verkrijgen. Alle andere omroepen (NPO, regionale omroepen, commerciële omroepen) bevonden (en bevinden) zich in Band III.
Zodra duidelijk werd dat de L-Band eigenlijk nauwelijks goed bruikbaar zou worden voor DAB voor de lokale omroep (vanwege het ontbreken van geschikte ontvangers) heeft de OLON vanaf 2013 een intensieve lobby in gang gezet om voor de lokale omroep sector frequentiecapaciteit te verkrijgen in Band III. Hiervoor heeft de OLON vanaf 2013 meerdere gesprekken gevoerd met het ministerie van Economische Zaken en Agentschap Telecom. In 2014 heeft Agentschap Telecom op verzoek van OLON onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de lokale omroep te accommoderen in Band III.
Hoewel Band III al erg vol zat (en er ook wensen waren om PMSE frequenties hier in onder te brengen) bleek dat er toch mogelijkheden waren om DAB+ voor de lokale omroepen in Band III te realiseren. Hierbij zou het dan echter gaan om frequentiecapaciteit voor circa 80 a 100 (streek)omroepen. Op basis hiervan is verder gesproken met het ministerie EZ. Die heeft vervolgens aangegeven het belang van DAB+ voor de lokale omroep te onderkennen (ook i.v.m. toekomstig gewenste afschakeling van de FM) en gaf aan in principe ook bereid te zijn om de benodigde frequentiecapaciteit in Band III voor de lokale omroep te alloceren. Daarvoor was het wel van belang dat de lokale omroepsector de streekomroepvorming verder vormt geeft en nader uitwerkt zodat Agentschap Telecom ook een frequentieplan kon gaan maken op basis van de streekomroepindeling.
Tevens is op verzoek van ministerie EZ nog kort onderzoek gedaan naar mogelijk alternatieven om eventueel zonder nieuw frequentiespectrum DAB+ voor de lokale omroepen te realiseren. Daarbij is onder meer gekeken naar mogelijkheden om gebruik te maken van de aanwezige DAB kavels van MTVNL of van de mogelijkheid om te participeren met de regionale omroepen in de voor hen beschikbare multiplexen. Bij dergelijke opties bleek het echter niet goed mogelijk om alle streekomroepen goed te accommoderen. Bovendien zou dit leiden tot een inefficiënte indeling omdat deze kavels niet goed aansluiten bij de streekomroepindeling en er dus ook onvoldoende capaciteit zou zijn. Ook was de inschatting dat dit tot hogere kosten zou gaan leiden omdat de lokale omroepen dan afhankelijk zijn van derden (en dus gedwongen winkelnering) om DAB+ te realiseren.
Op basis van al deze gesprekken en onderzoeken heeft ministerie EZ uiteindelijk in 2015 besloten om frequentiecapaciteit te reserveren in laag 6 van Band III. Daarmee is voldoende capaciteit gereserveerd om voor alle geplande streekomroepen DAB+ mogelijk te maken, waarbij elke streekomroep dus over een eigen DAB+ multiplex zou kunnen beschikken.
Pilotplan DAB+ (2016-2017)
Om tot een definitief frequentieplan te komen voor de lokale omroepen (op streekomroepniveau) in laag 6 (van Band III) bleek nader onderzoek binnen een DAB+ pilot noodzakelijk. In nauw overleg met ministerie Economische Zaken, Agentschap Telecom en het door NLPO/OLON ingehuurde onafhankelijk adviesbureau (Rovitech) is er een pilotplan ontwikkeld.
Aangezien het voorkeursmodel voor DAB+ implementatie voor de lokale publieke omroep gebaseerd is op streekomroepvorming moest de pilot ook worden uitgevoerd in een reeds aanwezig streekomroepgebied. Daarnaast diende de pilot te worden uitgevoerd binnen een gebied van twee aangrenzende streekomroepen zodat ook de effecten van naast elkaar gelegen frequentiegebieden en de afstanden tussen de zendmasten konden worden onderzocht. Tot slot dienden ook de effecten op de DAB+ frequenties in de aangrenzende landen binnen de pilot te worden onderzocht. In verband hiermee zijn gebieden geselecteerd voor de pilot die aan de grens van Nederland gelegen zijn. Op basis van bovenstaande is de pilot gerealiseerd in het gebied Achterhoek/Twente, meer specifiek de uitzendgebieden van omroep GelreFM, Regio 8 en het Regionaal Mediacentrum Twente.
In het pilotplan zijn diverse onderzoeksvragen geadresseerd. Voor een compleet overzicht van de opzet van de pilot, de onderzoeksvragen en resultaten, zie de downloads hieronder:
Pilotplan
Eindrapport pilot DAB+
De testresultaten bevestigen de theoretische modellen die aan de pilotopzet ten grondslag lagen. Ook de veronderstelde frequentie-indeling voor DAB+ in laag 6, waarbij elke streekomroep voorzien wordt van een eigen mini-allotment, blijkt op basis van de pilotresultaten goed mogelijk. Een goede betaalbare DAB+ dekking op streekomroepniveau met laag vermogenzenders is dus zeker mogelijk.
In het onderzoeksrapport worden ook enkele aanbevelingen gedaan. Zo blijkt dat een goede implementatie van DAB+ op streekomroepniveau maatwerk met zich mee zal brengen. In verstedelijkte gebieden zullen andere configuraties nodig zijn dan in meer landelijke gebieden. Maar de onderzoekers geven aan dat dat maatwerk vrij simpel te realiseren is. Afhankelijk van de gekozen configuratie en gewenste mate van indoordekking zullen de kosten van DAB+ ongeveer vergelijkbaar zijn met de kosten van de huidige FM-distributie voor de lokale omroepen.
Overige experimenten
Tot eind 2017 hadden lokale omroepen ook de mogelijkheid om een experimenteervergunning aan te vragen voor DAB+. Deze vergunningen hadden echter geen directe relatie met het nog te ontwikkelen frequentieplan voor de lokale omroepen zoals hierboven beschreven.
Taskforce DAB+ (vanaf 2018)
Begin 2018 is er, op verzoek van de tweede kamercommissie EZK, een Taskforce DAB+ ingesteld die onderzoek doet naar alternatieve frequentie-indelingen voor DAB+ in Nederland. In deze Taskforce neemt ook de NLPO deel namens de lokale omroep sector. Gedurende 2018 en 2019 heeft deze Taskforce zich gebogen over de mogelijkheden om DAB+ in Nederland op een andere efficiëntere manier in te delen. Binnen deze Taskforce heeft de NLPO onder meer gepleit om laag 6 (die bestemd is voor de lokale omroepen) spoedig te gaan uitgeven. Dit omdat de lokale omroepen nog steeds de enige publieke omroepen zijn die geen permanente plaats hebben op DAB+. De NLPO vindt dit een onacceptabele situatie.
Helaas zal het echter, door de nieuwe scenario uitwerkingen van de Taskforce en de daarvoor benodigde internationale coördinatie, nog wel tot 2022 gaan duren voordat laag 6 volledig beschikbaar komt voor de lokale omroep. Om echter toch alvast op mogelijkheden te creëren voor lokale omroepen op DAB+ is door het ministerie EZK toch een tijdelijke regeling opgezet, op basis waarvan de DAB+ frequenties die nu al beschikbaar zijn in laag 6 alvast tijdelijk kunnen worden uitgegeven. Doel hiervan is ook om de omroepen die reeds een experiment hebben gedaan met DAB+ de mogelijkheid te bieden om hun DAB+ uitzendingen weer voort te kunnen zetten.