Hoe moeten gemeenten omgaan met minder activiteiten en/of extra tekorten bij de media/lokale omroepen vanwege Corona/COVID-19?
(Bron: VNG)
1. Rijkslijst met cruciale beroepsgroepen voor COVID-19
Werkenden bij de media/lokale omroepen behoren tot de cruciale beroepsgroepen. In de Rijkslijst wordt dit als volgt geformuleerd: ‘Media en communicatie: ten behoeve van informatievoorziening aan de samenleving die van noodzaak is om op de hoogte te blijven van wat er speelt.
2. Mediawet met gemeentelijke bekostigingsplicht
Gemeenten hebben een bekostigingsplicht voor de lokale publieke omroepen op basis van de Mediawet, artikel 2.170b. Normaal kan het bedrag in het Gemeentefonds van omgerekend € 1,32 per huishouden in 2020 daarbij leidend zijn. Bekend is echter dat dit altijd al ontoereikend is voor een professioneel aangestuurde omroep die op diverse kanalen (radio, tv, internet, sociale media) activiteiten verzorgt en dat is het zeker nu veel andere inkomstenbronnen bij de lokale omroepen wegvallen.
De Mediawet bepaalt het volgende:
1. Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor de bekostiging van het functioneren van de lokale publieke media-instelling als de gemeenteraad een advies als bedoeld in artikel 2.61, derde lid heeft uitgebracht en daarbij positief heeft geadviseerd over de vraag of de instelling voldoet aan de eis, bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, onderdeel c.
2. De bekostiging betreft vergoeding van de kosten die rechtstreeks verband houden met het verzorgen van de lokale publieke mediadienst, voor zover die kosten niet op andere wijze zijn gedekt, op zodanige wijze dat op lokaal niveau in een toereikend media-aanbod kan worden voorzien en continuïteit van bekostiging is gewaarborgd.
Werkenden bij de media/lokale omroepen behoren tot de cruciale beroepsgroepen. In de Rijkslijst wordt dit als volgt geformuleerd: ‘Media en communicatie: ten behoeve van informatievoorziening aan de samenleving die van noodzaak is om op de hoogte te blijven van wat er speelt.
2. Mediawet met gemeentelijke bekostigingsplicht
Gemeenten hebben een bekostigingsplicht voor de lokale publieke omroepen op basis van de Mediawet, artikel 2.170b. Normaal kan het bedrag in het Gemeentefonds van omgerekend € 1,32 per huishouden in 2020 daarbij leidend zijn. Bekend is echter dat dit altijd al ontoereikend is voor een professioneel aangestuurde omroep die op diverse kanalen (radio, tv, internet, sociale media) activiteiten verzorgt en dat is het zeker nu veel andere inkomstenbronnen bij de lokale omroepen wegvallen.
De Mediawet bepaalt het volgende:
1. Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor de bekostiging van het functioneren van de lokale publieke media-instelling als de gemeenteraad een advies als bedoeld in artikel 2.61, derde lid heeft uitgebracht en daarbij positief heeft geadviseerd over de vraag of de instelling voldoet aan de eis, bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, onderdeel c.
2. De bekostiging betreft vergoeding van de kosten die rechtstreeks verband houden met het verzorgen van de lokale publieke mediadienst, voor zover die kosten niet op andere wijze zijn gedekt, op zodanige wijze dat op lokaal niveau in een toereikend media-aanbod kan worden voorzien en continuïteit van bekostiging is gewaarborgd.
Aan de inkomstenkant was volgens de toezichthouder, het Commissariaat voor de Media, de gemeentelijke bekostigingsbijdrage aan de lokale omroepen in 2018 gemiddeld € 1,46 per huishouden. Deze varieerde van een bijdrage onder het minimumbedrag van € 1,32 per huishouden tot in grotere gemeenten oplopend tot gemiddeld € 3,49 per huishouden. 54% van de baten komt uit gemeentelijke bekostiging en 46% uit andere bronnen. Dit laatste betreft bijvoorbeeld reclame en sponsoring, maar het kan ook gaan om aan gemeenten verleende diensten. Aan de uitgavenkant hebben de omroepen o.a. kosten voor gemeentelijke belastingen zoals de onroerendzaakbelasting en bijvoorbeeld voor de huur van accommodaties in gemeentelijk eigendom.
Lokale publieke omroepen moeten voldoen aan de zogeheten ICE-norm van de Mediawet: het bieden van informatie, cultuur en educatie. Doordat bijvoorbeeld cultuur- en sportorganisaties nu gesloten zijn en evenementen worden afgelast kunnen eerder geplande lokale omroepactiviteiten die daarmee verband houden niet meer plaatsvinden. Vaak worden zij vervangen door andere die ingaan op de actuele Corona-situatie. Gemeenten zouden bij de financiering soepelheid moeten betrachten.
1. Gemeentelijke bekostiging
Het is aan te raden dat gemeenten hun bekostiging in principe op peil houden. Het gaat immers zoals boven gemeld om een cruciale voorziening en er is een gemeentelijke verplichting op basis van de Mediawet. Lokale omroepen hebben dan de mogelijkheid om zich aan te passen aan de actuele situatie. Ook zijn er gemeenten die de bevoorschotting naar voren halen. Indien de activiteiten tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden gestopt dan moet in nader overleg bezien worden welke gevolgen dit heeft voor de gemeentelijke bekostiging, ook gelet op kosten die doorlopen enerzijds en steunmaatregelen vanuit het Rijk voor bedrijven en zzp’ers anderzijds.
2. Wegvallen van andere inkomstenbronnen
Gemeenten zouden voorts kunnen bezien welke mogelijkheid zij hebben om bij lokale omroepen wegvallende bijdragen vanuit andere bronnen zoals reclame-inkomsten financieel te compenseren.
3. Aan de gemeenten verleende diensten plus te betalen huur en belastingen
Lokale omroepen hebben regelmatig aparte overeenkomsten met de gemeenten over te verlenen diensten bijvoorbeeld de verslaglegging van raadsvergaderingen en evenementen. De inkomsten hieruit zijn van wezenlijk belang. Het is daarom verstandig om prudent te handelen bij in dit verband vanwege Corona noodgedwongen niet of slechts beperkt verleende diensten. Ditzelfde geldt voor huur en belastingen die aan de gemeenten betaald moeten worden.
1. Gemeentelijke bekostiging
Het is aan te raden dat gemeenten hun bekostiging in principe op peil houden. Het gaat immers zoals boven gemeld om een cruciale voorziening en er is een gemeentelijke verplichting op basis van de Mediawet. Lokale omroepen hebben dan de mogelijkheid om zich aan te passen aan de actuele situatie. Ook zijn er gemeenten die de bevoorschotting naar voren halen. Indien de activiteiten tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden gestopt dan moet in nader overleg bezien worden welke gevolgen dit heeft voor de gemeentelijke bekostiging, ook gelet op kosten die doorlopen enerzijds en steunmaatregelen vanuit het Rijk voor bedrijven en zzp’ers anderzijds.
2. Wegvallen van andere inkomstenbronnen
Gemeenten zouden voorts kunnen bezien welke mogelijkheid zij hebben om bij lokale omroepen wegvallende bijdragen vanuit andere bronnen zoals reclame-inkomsten financieel te compenseren.
3. Aan de gemeenten verleende diensten plus te betalen huur en belastingen
Lokale omroepen hebben regelmatig aparte overeenkomsten met de gemeenten over te verlenen diensten bijvoorbeeld de verslaglegging van raadsvergaderingen en evenementen. De inkomsten hieruit zijn van wezenlijk belang. Het is daarom verstandig om prudent te handelen bij in dit verband vanwege Corona noodgedwongen niet of slechts beperkt verleende diensten. Ditzelfde geldt voor huur en belastingen die aan de gemeenten betaald moeten worden.